Aantekeningen |
- In deze twee akten wordt Cornelis Cornelis Blanckesteijn vermeldt als halve broer van Anthonis Cornelis Blanckesteijn en verdere broer en zusters:
1625 18/6 [Dom 4396] Anthonis Cornelisz van Blanckesteyn wonend Doorn (octrooi van heden) legateert Jan Cornelisz van Blanckesteyn zijn broeder 500,-. Marrichgen Cornelisdr zijn suster 50,-, Willem Cornelisz zijn broeder 200,-, zijn zuster Dirckgen huisvrouw van Willem Jansz te Leersum 50 ,-, Cornelis Brantss zijn susters soon 200,- en Anthonis Pelgromsz zijn brouwketel met zijn “casse”; universeel erfgenaam Cornelis Cornelisz zijn halfbroer
1625 18/6 [HUA 230-7] Antonis Cornelisz van Blanckesteyn mag testeren bij Byndop; testament te vinden in DOM 4396 [CvS!] hij legateert Jan Cornelisz van Blanckesteyn zijn broer 500,-, Marichgen Cornelisdr van Blanckesteyn zuster 50,-, Willem Cornelisz van Blanckesteyn broer 200,-, Dirckge Cornelisdr van Blanckesteyn zus x Willem Jansz te Leersum 50,-, Cornelis Brantsz zijn zusterszoon 200,- [volgens Wout Spies zoon van Brant Jansz en Maria Cornelisdr] en Anthonis Pelgrumsz x Neeltje Cornelis krijgt zijn brouwketel en cassen; universeel erfgenaam Cornelis Cornelisz van Blanckesteyn zijn halve broeder
Openrecht dach gehouden den xiije Junij 1643
Op huijden den 13e Junij 1643 heeft Willem van Cleeff schout alhier, wt crachte van speciale acte van Heeren vice domdeecken ende caplen ten Dom t’Wtrecht van date den xve Maij 1643 lestleden als schepenen tot Doorn gecontinueert Helmert Jansz, Lambert Wichboltsz van Hillinck, Jan Jansz Westenengh, Robbert Jansz, Corns Cornsz Blanckesteijn, Peter Teunisz ende Willem Thijmansz, die t’schepenampt tot Maij 1644 sullen bedienen, ende hebben den eedt daer toe staen[de] gedaen. actum uts [handtekeningen]
(Bron"RHC Zuidoost Utrecht)
Derden openrechtdach gehouden den 27e Januarij 1645
pntib t’volle gerecht Compareerde rch Gijsbert Ellertsz jegenwoordich dienstknecht van Corns Cornsz blanckensteijn out ontrent een ende twintich Jaren ende verclaerden bij solemnelen eede dat hij gehoort heeft dat Corns Thijmansz op sijn doot bedt te weeten eenen ofte twee nachten
begeert ende oock belast heeft dat Gijsbert Cornsz in wiens huijsinge hij Corns Thijmansz sieck lach alle sijne Corns clederen voor sijne moeijten genieten soude ende dat sijne twee broeders neffens den voorsz Gijsbert sijnen swaeger sijns Corns thijmansz naertelatene schuldenlasten ende t’overschot van sijne resteren[de] goederen jnt gemeijn deijlen souden, Aldus bij eede v[er]claert voor Jan Jansz Westenengh, Corns Blanckensteijn ende Evert Snell op date vrsz
(Bron: RHC ZUidoost Utrecht)
Den 21 Meert 1658
Compareerde Ca Corn Cornelisz Blanckesteijn voor hem selven oock als een mede erffgen[aem] sijns Vaders Cornelis Dircksz Blanckesteijn, Gerrit Thijmansz als getrout hebbende Jantgen Gerrit Henricksz als man ende voocht van Neeltgen, Jan Jansz Westenengh als getrouwt hebbende Maeijckgen, Jan Willemsz die getrouwt heeft Merrichgen ende Wulphert Claesz den welcken getrouwt is met Dirckgen tzamen Dochters van Teunis Pelgromsz van Velpen geprocreeert bij Neeltgen Cornelis die een dochter was van[den] voorn Cornelis Dircksz in dier qualiteijten mede erffgenamen van[den] selven Cornelis Dircksz haeren bestevader oock haer voorts sterckmakende ende de rato caverende voorde andere mede erffgen[aemen] van[den] voorn[oemde] Corn Dircksz ende bekenden ontfangen te hebben wt handen van[den] Heere Joan van Isendoorn Scholtus der Stadt Wijck d’somme van twee ende veertich gulden als rest ende in voldoeninge van seeckeren Coopmansrentebrieff inhoudende twee capitalen t’zamen ter somme van vijff hondert gulden alse een ten behoeve van[den] voorn Corn Cornelisz ter hooftsomme van twee hondert gulden ende de resteren[de] drie hondert gulden ten behoeve van[den] meergenoemden Cornelis Dircksz welcken Coopmansrentebrieff sij Compten verclaerden v[er]mist te zijn, Belovende den selven
114 (soo haest die te voorschijn gecomen sal sijn) te sullen leveren in handen van[den] gemelten Heere Jsendoorn ofte sijnen erven, houdende den selven bij desen gecasseert alsoo sij Compten verclaeren soo wel van[den] voorsz Capitalen als oock de v[er]schene renthen vandien voldaen te sijn consenteren[de] ende versoecken[de] dat dese werde geregistreert ende den meergemelten Heere Jsendoorn daer van acte werde gelevert d’welcke is dese Pntib Willem van Cleeff schout Fredrick Robbertsz ende Peter Jansz schepenen in Doorn
Den 21e feb 1666
Compareerde etc Corn Cornelisz Blanckensteyn oud Schepen inden selven Gerechte als Oom ende mede momber nomine uxoris, door overlijden van Peter Berntsz Schay Grootvader
over Ros Joosten tegenwoordich in Vranckrijck, onmundige zoone van Joost Hendricksz za: in zijn leven gewoont hebbende tot Driebergen, Ende verclaerde hij Compt inder selver qualite geconstitueert ende machtich gemaeckt te hebben, sulcx hij doet bij desen Corn Petersz Schay Burgemeester inde bemuerde Weerdt tot Utrecht principael momber over de voorn Ros Joosten Special[ijck] omme uijt sijns Compt name ende van zijnen ’t wegen het voorn onmundige kints goederen mede te administreren, soo wel onroerende als roerende egeene ter werelt uijtgesondert, van wat nature ende waer die gelegen ende bevonden souden mogen zijn Publijcke v[er]copingen, Leverantien ende transporten te doen, penningen te ontfangen, quitantie van zijnen ontfanck te passeren, tot boedelscheydinge met den geenen daert sal behoren te procederen, en ten eijnde te brengen, tsij bij minnelijck accoort uijtspraecke van arbijters ende arbitrateurs van heeren hoven Rechters ende
Gerechten, Alsmede ist noodt de Debiteuren te Convenieren voorden Ed: Hove van Utrecht ofte elders daert v[er]eijsschen soude mogen tot dien eijnde een ofte meer
personen adlites te substitueren ende voorts dienaengaende alles te doen wes den Compt selfs alomme mede present zijnde jnder voorsz qualite soude connen ofte v[er]mogen te doen ende de saecke sal comen te requireren Alwaert schoon daer toe noch speciaeldr bevel (dan vrsz staet) vereijsschen mochte Belovende derato, onder v[er]bant als naer rechten mits dat den geconstitueerde van zijnen ontfanck, handelinge ende administratie tot v[er]maninge sal doen behoorlijcke Reeckeninge, bewijs ende reliqua, versoeckende hier van acte in forma, welcke is dese Sonder arch Des toirconde hebben wij Aelbert Volckensz van Nijkercken ende Hendrick
Willemsz Schepenen in Doorn etc Opden 21e feb 1666
Mij present
Adriaen Smits
Den 13e Junij 1667
Compareerde etc.
Cornelis Cornelisz Blanckensteyn wonende onder desen Gerechte voor hem selven ende mede als man ende voocht van Fijegjen Henricks sijne huijsvrouw daer hij levende blijckende geboorte bij heeft, ende verclaerde inder beste ende bestandichste forme hem doenl[ijck] geconstitueert ende machtich gemaeckt te hebben gelijck hij doet bij desen Jan van Coten Procureur tot Thiel, special[ijck] om
uijt den naem ende van wegen hem Compt vande heere Amptman van Nederbetuwe ofte daer des nodich wesen sal, te v[er]soecken besatongh op alles goets reet ende onreet als Cornelis van Wijck ende Grietgen Gerrits echte luijden inden Carspel van Ravesway ende voorts inden Alingen Ampte van Neder betuwe zijn hebbende Ende voorts in ende over al te doen dat naer Costume ende usantie vande plaetse
behoren sal ende hij Compt selffs present zijnde soude connen ofte mogen doen alwaert dat ‘tselve speciaelder macht requireerde als voorsz is, Ende voorts general[ijck] in omnibus adlites in communi forma Gevende den selven sijnen geconstitueerde mede macht om yemant met gelijcke ofte gelimiteerde macht te mogen substitueren, Belovende voor goed, vast, bundich ende van waerden te sullen
houden ende doen houden, alle ‘tgene bijden voorn Geconstitueerde ofte des selffs gesubstitueerde, dienaengaende gedaen sal worden, onder ’t v[er]bant ende
submissie als naer rechten, v[er]soecken[de] hier van Acte in forma, welcke is dese etc
Present Ossenbergh Substituijt schout Huijch Petersz ende Hendrick Willemsz
Schepenen
Mij present Adriaen Smit
666 21/2 [HUA Dorpsgerechten 527] Cornelis Cornelisz Blanckesteyn oud-schepen te Doorn (testament in nr 530 op 25/2 1671 x Fychgen Hendricksdr!), oom en medevoogd nomine uxoris, na dode van Peter Berntsz Schay zaliger als grootvader, over Ros Joosten jegenwoordig in Frankrijk, onmondige zoon van Joost Hendrickx in leven wonend Driebergen, cst Corneluis Petersz Schay burgemeester bemuurde Weerd te Utrecht, als eerste voogd [cf Blanckesteyn ALG!]
1671 22/1 [HUA Dorpsgerechten 530] Cornelis Cornelisz Blanckensteyn x Fychgen
Hendricksdr testeren [oktrooi 21/1 jl]; prelegateren Henrick Cornelisz Blanckesteyn hun zoon de landerijen te Doorn; Gauchje is hun dochter die een dochter Fychgen Elbertsdr heeft; ook Henrick heeft een dochter Fychgen; universeel
erfgenamen: Hendrick en Gouchgen vrsz, hun kinderen
Compareerden voor den Gerechte van Doorn Corn Cornelisz van Blanckesteyn, Wulphert Claesz als getrout hebben[de] Dirckjen Teunis, Jacob Jansz als getrouwt hebbende Maritgen Teunis, Brant Jansz, ende Hendrick Cornelisz, soo voor haer selven als in desen haer respectivel[ijck] sterckmaeckende voor haere Broeders ende Susters tegenwoordich absent, te samen Erffgenamen van Willem Cornelisz Blanckesteyn, in sijn leven woonen[de] onder Nederlanghbroeck, Ende verclaerden te Constitueren ende machtich te maecken Sr Arnoldus van Ossenberch Notaris ende Procureur tot Wijck te Duerstede, Specialijck omme uijt haer Compts name ende van harentwegen in minne ende vruntschap, ofte met middelen van Justitie (ist noodt) te jnnen ende uyt te vorderen soodanige penningen als de Compten jnder voorsz qualite eenichsins hebben te eijsschen ende pretenderen van hare Debiteuren, jnde gesticht van Utrecht, soo wel van Capitalen, verschenen renten, als anders, ende in cas van Justitie sich te sisteren voor allen heeren Hoven, rechten
ende Gerechten, Eijsch te doen, allen dagen ende termijnen van rechten waer te nemen, de saecken ten uyt eijnde te v[er]volgen Sententien te aenhooren, de selve te accepteren, ofte daervan te appelleren, de selve ter executie te doen stellen ende uytvoeren, alles sulcx sijnen goeden raed gedragen sal, penningen te ontfangen,
quitantie ende andere noodige acquiten van sijnen ontfanck te passeren, ende voorts dienaengaende alles te doen wes de Compten selffs alomme present zijnde, souden connen ofte vermogen te doen, ende voorts generalijck in omnibus adlites in communi forma cum potestate Substituendi, Belovende derato, onder verbant van rechten daertoe staende, Des dat den Geconstitueerde van sijnen ontfanck ende Administratie tot vermaninge sal doen behoorlijcke reeckeninge bewijs ende reliqua, Ende v[er]sochten de Compten hier van gemaeckt te werden Acte in forma welcke is dese Sonder arch etc Present Adriaen van Ossenberch Schout, Elis Jansz ende Teunis Cooll Schepenen opden 12e feb 1677
mij present
Adriaen Smits
1677 25/5 [NU066a003] Hendrick Cornelisz van Blanckesteyn te Doorn zoon van Cornelis Cornelis van Blanckesteyn, voogd van de 3 onmondige kinderen van Gouchje Cornelis bij Elbert Corss van Scherpenhoff geprocreerd wonend Loenen, en Fychgen Henrickx [merk] zijn moeder, huisvrouw van Cornelis Cornelisz van Blanckesteyn (uitkoop van Elbert en Cornelis Corneliss van dato 18/5 1674) 1200,- d.w.z. elk kind 400,-
Jnden name des Heeren Amen kennelijck sij een yegel[ijck] bij desenjegenwoordigen openbaren insturmente dat jnden Jare naede geboorte onses Heeren Jesu Christi een duijsent ses hondert een ende tseventich Opden xxije februarij Des avonts ten seven uren voorden Gerechte van Doorn in eijgener persoonen gecompareert ende erschenen zijn Cornelis Cornelisz Blanckesteyn ende Fijchien Hendricksdr echteluijden, wonende jnden voorsz dorpe Doorn, De
voorn[oemde] Cornelis Blanckesteyn gesont van lichame ende fijchjen Hendricks sieckel[ijck] zijnde doch beijde gaende ende staende, haer verstant redenen ende memorie volcomentl[ijck] gebruijckende, soo wij Schepenen niet anders conden bemercken Ende verclaerden overdacht te hebben de menschelijcke swackheijt, niet seeckerder te wesen dan de doot, ende niet onseeckerder als de ure vandien, ende daeromme voor genomen te hebben te disponeren van hare tijdelijcke goederen, Alvoorens dan bevelende haere zielen in handen van Godt Almachtich haren
Schepper ende Zalichmaker, ende haer doode lijck ter aerden naer haer qualiteyt begraven te worden, Ende comende ter dispositie van haer lieder tijdelijcke goederen, hebben de Compten (door crachte van opene brieven van Octroy bij haer
lieden opden 21e Januarij verleden des voornoens ten negen uren van[den] Ed Hove van Utrecht geobtineert, alhier v[er]toont ende gebleecken) Eerst malcanderen
reciproce ofte ten wedersijden gegeven ende gemaeckt dusufruct off lijftocht van alle de goederen roerende ende onroerende, heerl[ijcke] ende deijlbaer, renten, actien
ende crediten jnboedel ende huijsraet niet ter werelt uijtgesondt die den eerst overlijdende vande Compten metter doot ontruijmen ende achterlaten sal, Omme bijden langstleven[de] van hun beijden beseten ende genoten te worden in rechten Lijftochten ende ten Lijftochten rechten tot herhouwelijcken toe voor behoudens ende
onvermindert welcke Lijftochte sij Compten verclaerden te prelegateren uijt haer beijder goederen aen Hendrick Cornelisz Blanckesteyn haren zoon alle haer
eijgelanden met de bepotinge ende beplantinge daer op, onder den Gerechte van Doorn gelegen die de Testateuren alreede Competeren ende noch souden mogen
comen te erven onder Doorn, uijtgesondert het heerl[ijcke] off geestel[ijcke] goet (twelck volgens de natuere der selver ende rechten van[den] Lande succederen sal)
Omme bij hem ende sijnen erven in vrijen eijgendomme gebruijckt ende genoten te worden, mits nochtans dat Gauchjen Cornelis haer Testateurs dochter ofte haren
erven, daer tegens aen rente brieven Obligatien ofte gereed gelt sal genieten ende trecken voor uijt, uijt den boedel de somme van Achtien hondert Ca: gul[den],
prelegaterenden noch aende voorn[oemde] Hendrick Cornelisz het Erffgen Postenburch met het getimmer ende bepotinge daerop staende, Daertegens aende voorn[oemde] Gauchjen Cornelis het huijs ende erve jnden dorpe Doorn dat
tegenwoordich bijde Compten wordt bewoont met alle ‘tgene daer jnne aerd ende nagelvast is, Jtem hebben gelegateert aen fijchien Elberts, dochter vande voorn[oemde] Gauchjen de beste Cast met alle tgene bij ’t overlijden vande
Langstlevende daerop bevonden sal worden te staen, Jtem aen het kint vande voorn[oemde] Hendrick Cornelisz Blanckesteyn genaemt fijchjen, het ander Castgen met alle tgene daer op (als boven) bevonden sal worden neffens des Testatrices
beste goude ringh, Ende verclaerden voorts tot hare universele Erffgenamen gejnstitueert te hebben, gelijck sij institueren bij desen de voorn[oemde] Hendrick
Cornelisz ende Gauchjen Blanckensteyn, ofte bij voor overlijden vande selve, haere naete laten kinderen, bij representatie in stirpis in haer overleden Ouders plaetse,
ende niet hooft voor hooft, in alle haer Testateurs vordere goederen roerende ende onroerende, actie ende crediten, gelt, gout, zilver, gemunt ende ongemunt, huijsraedt
ende meubilen, niets uijtgesondert, Omme bijde selve gelijckel[ijck] ende even diep gedeelt ende genoten te worden, Wel verstaende dat de Cleederen soo linnen als
wollen ten lijve vanden Testateur, sullen getrocken worden aende zijde van[den] voorn[oemde] Hendrick Cornelisz ende van gelijcken de Cleederen vande Testatrice
aende zijde vande voorn[oemde] Gauchjen Cornelis, behoudens nochtans den Outsten zoon zijn Gerechticheijt tot het voordeel hem nae rechten Competerende, Allet we[l]cke de Compten v[er]claerden te wesen haer Testament ende laeste wille, begerende dat de selve naer haer over lijden sal worden achter volght ende naer gecomen, sulcx die naer rechten ende Costumen sal connen bestaen, tsij als
Testament, Codicille, gifte ofte maecke onder den Levenden ofte uijtsaecke des doots, Alwaert dat alle solemniteyten naer rechten noodich, hierjnne niet en waren
geobserveert ende waergenomen, Sonder dat yemant van der Compten kinderen off Erffgenamen hier tegens sullen mogen doen jn rechten ofte daer buijten op poene
dat de gene die in eeniger wijse daer tegen sal comen te doen, ontberen sal alle ‘tgene hij in crachte deses soude connen genieten ende dat de portie vanden
onwilligen sal accesseren den willige, behoudens alleenl[ijck] hem sijn bloote legitime portie, Ende v[er]sochten de Compten hier van acte in forma welcke is dese Aldus gedaen ende gepasseert ten huijse van[den] Secretaris, Des toirconden hebben wij Adriaen van Ossenbergh Subst Schout Hendrick Willemsz, ende Hendrick Jansz Westenengh schepenen desen neffens de Compnten ondert op date ende ure als
boven
Mij present
Adriaen Smits
1669 21/4 [HUA 1244-1 WS + Dorpsgerechten 527] rechtszaak van Brant Cornelisz van Blanckesteyn voor hemzelf en vervangende zijn broers en zusters tegen Gerrit Cornelisz van Nykercken die 23/2 1667 stro, rogge etc kocht voor 520,-; Brant was toen nog minderjarig, voogden waren Hendrick Jansz Westenengh
en Jan Jansz Wes
(Bron: Alle Akten uit RHC Zuidoost Utrecht)
|